Vlierboom
Onder zoet geurend vlierboomgebladerte met zomers bijengefluister
sluimert de Vlierboomsteeg in schaduw
Op nummer twee staat een bakstenen gevel van een herenhuizing,
waaraan een blauw geschilderde regenpijp is verankerd
Deze vier meter hoge reus overschaduwt 's middags door zijn weelderige bladerenkruin de regenwaterpijp
Zijn hemelwaarts gerichte takken vormen groene ladders naar de dageraadsgloed
Verlangend naar regentranen wacht de regenpijp geladen op veel hemelwater,
dat hij blijmoedig naar de aarde kan geleiden
Hij walgt van bladerenbrouw in de dakgoot
Eens heeft hij resten van een verlaten vogelnest moeten afvoeren
Hij raakte verstopt en toen werd onstuimig zijn levensgloed doormidden gezaagd
Na herstel vloeit op die plek nog steeds vocht naar buiten
Hij geniet als hij omringd wordt door huiselijke stemmen
die zacht van binnenshuis tot hem doordringen
Deze slaat hij dan tijdelijk op in zijn koel metalen huis,
om bij regenval de gesprekken mee te voeren en voor altijd in het aardse op te bergen
Heel veel van deze gedachtenstromen gaan via pijpbeschadiging verloren
en vlieden weg in omgevingslucht,
door vlierboomgebladerte tot schemertijd van herfst bewaard
Dan dalen ze, door vlierboombladeren verstrengeld, in de steeg neer
en worden later door natuuradem verspreid
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 24-04-2024
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Paul Duyvesteyn (Actief sinds: 11-03-2017)
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Vlierboom’ van Paul Duyvesteyn zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.