Vlierboom

Paul Duyvesteyn

Onder zoet geurend vlierboomgebladerte met zomers bijengefluister
sluimert de Vlierboomsteeg in schaduw
Op nummer twee staat een bakstenen gevel van een herenhuizing,
waaraan een blauw geschilderde regenpijp is verankerd
Deze vier meter hoge reus overschaduwt 's middags door zijn weelderige bladerenkruin de regenwaterpijp
Zijn hemelwaarts gerichte takken vormen groene ladders naar de dageraadsgloed

Verlangend naar regentranen wacht de regenpijp geladen op veel hemelwater,
dat hij blijmoedig naar de aarde kan geleiden
Hij walgt van bladerenbrouw in de dakgoot
Eens heeft hij resten van een verlaten vogelnest moeten afvoeren
Hij raakte verstopt en toen werd onstuimig zijn levensgloed doormidden gezaagd
Na herstel vloeit op die plek nog steeds vocht naar buiten

Hij geniet als hij omringd wordt door huiselijke stemmen
die zacht van binnenshuis tot hem doordringen
Deze slaat hij dan tijdelijk op in zijn koel metalen huis,
om bij regenval de gesprekken mee te voeren en voor altijd in het aardse op te bergen

Heel veel van deze gedachtenstromen gaan via pijpbeschadiging verloren
en vlieden weg in omgevingslucht,
door vlierboomgebladerte tot schemertijd van herfst bewaard
Dan dalen ze, door vlierboombladeren verstrengeld, in de steeg neer
en worden later door natuuradem verspreid

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 24-04-2024

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Paul Duyvesteyn (Actief sinds: 11-03-2017)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Vlierboom’ van Paul Duyvesteyn zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.