Ode aan Staring
Ode aan Staring
Het goudgele koren aanbidt de zon,
in schoven staand rondom,
de leeuwerik zingt hoog zijn lied,
sikkels blinken in de zon.
Al ik een verdwaalde klaproos ontwaar
dan wel een blauwe korenbloem,
ik als ’t ware in ’t verleden staar,
treed ik in Starings schreden van toen.
Nostalgie overschaduwt de herinnering,
weemoed huilt in mijn hart,
de jachthoorns voeren als Bachs koralen
de boventoon over blaffende hondenmeute.
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 12-07-2023
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Joris Olivier (Actief sinds: 09-06-2023)
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Ode aan Staring’ van Joris Olivier zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.