Kleurlied

Paul Duyvesteyn

Aan een eikvoet vallen groenige bladeren van een papierbloem,
in de vorm van een volkleurige trechter
Iets voorovergebogen aanschouwt de eik vluchtig deze kleurkelk
Met zijn getande blaadjes werpt hij schaduwen,
zodat diamanten hemellicht papierbladeren niet laat verschrompelen
en hun bladgeschreven lofliederen nog kortstondig gekoesterd kunnen worden


Vertraagd verliest zij haar schoonheid en staat zij kaal stengelig ontbladerd,
in moederaarde machteloos verankerd
Zij weet dat haar einde nabij is en staart weemoedig hemelwaarts,
naar de eik die nog jaren bestaansrecht heeft
Als een stervende zwaan trompetteert zij haar laatste kleurlied,
dat tegen de eik weerkaatst en in het bos alom opgevangen wordt

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht 

Geplaatst op: 18-03-2024

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Paul Duyvesteyn (Actief sinds: 11-03-2017)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Kleurlied’ van Paul Duyvesteyn zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.