Lifter

Jan Folkert

“Ik wil ook mee” zei ik losjes staand op de treeplank van de Oldsmobiel.
“Ik wil ook mee” en terwijl ik “ook” zei begon de uitlaat te pruttelen.

Trillend verlost van mijn bretels kon ik door het raampje naar binnen glijden. Ingevet door spetters olie ging dit vlot terwijl het voortuig accelereerde. Mijn broek als vaandel aan de zijkant. Wind in de pijpen.

Drie gedaantes staarden mij aan en zonder te weten zag ik wie ze waren.

De ene was water en daarmee gelijk aan mij, voor 81%. Geen wonder dat ik hem herkende. 19% vervuiling is wat ons onderscheidt van andere soorten, waardoor vissen sterven.

De andere was vuur van verbranding. Joint aangestoken met het gewas van ‘s werelds akkers. Spoor van CO2 terwijl ik mij wellustig nestelde op de achterbank.

De derde was aarde of beter gezegd het beslag van poep, plastic en steengruis, dat met water en vuur rijst tot synthetische koek.
Taart met een rookpluim.

Een zo reden we pruttelend met een oliespoor. Tot mijn broek bleef haken aan een boomtak.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht 

Geplaatst op: 26-06-2023

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Jan Folkert (Actief sinds: 25-06-2023)

Informatie bij het gedicht

Dit gedicht is geschreven in 2020.

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Lifter’ van Jan Folkert zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.