Industriële revolutie

Joris Olivier


Eindeloos duurt het wachten,
de wijzers kruipen aarzlend voort,
klokken blijken ’t slaan vergeten,
tijd lijkt langzaamaan stil te staan.

’t klootjesvolk buigt needrig neer,
niet uit eerbied voor hun heer,
maar jegens wiens brood men eet
men verplicht eerbied beleed.

Moe en der dagen zat gezwoegd,
keert men heim, ‘t gelaat doorploegd,
moeders met te grote schare grut,
maakt de maaltijd gelijkend op prut.

Hongrig gaat hun schare te slapen
op de kale vloer onder ‘n dun laken,
dicht tegen elkander om te warmen,
als slaapliedje knorrende darmen.

Zo vergaan zes dagen aanééngesloten,
zondags wordt menig traan vergoten
aan ‘t sterfbed menig verhongerd kind,
de heren en dames drinken hun absint.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht 

Geplaatst op: 07-05-2024

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Joris Olivier (Actief sinds: 09-06-2023)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Industriële revolutie’ van Joris Olivier zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.