Kinderen van een mindere God.
Kinderen van een mindere God.
Hun aangezichten zijn geschonden.
Met het water van de zee wassen
zij hun open wonden.
Dood zijn zij naar het woord.
Hun stem wordt niet meer gehoord.
Kinderen van een mindere God.
Zij mogen er niet in geloven.
Met de monden van beneden wordt
tegen hen gelogen.
Genegeerd en gestoord zijn zij
onderweg in hun leven ontspoord.
Kinderen van een mindere God.
Zij worden behandeld als parasieten.
Van wie zij zijn heeft men geen idee,
daarom verspreidt men hen als Israëlieten.
Gediscrimineerd en niet gehoord trekken
zij door het leven voort.
Kinderen van een mindere God.
Hun aangezichten zijn geschonden.
Voortgedreven naar de zee vullen zij
hun monden. Brood drijft hen voort in
de strijd om het bestaan. Ongewenst,
geslagen wast hun leven vol in de traan.
Want kinderen zijn zij allemaal.
Kinderen uit één hand.
Kinderen onderweg naar de eeuwigheid;
tegen welke geen onderscheid is bestand.
De God die wij ons rechtvaardig denken,
zal geen van zijn eigen kinderen krenken.
Want kinderen zijn zij allemaal.
Kinderen uit één hand.
Kinderen levenslang op de vlucht
voor wat vrijheid na de brand.
De God die hen het leven toebedeelt
in onvoorziene geschenken; laat niet
toe dat wij ons meester over hen denken.
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 13-06-2016
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Willem Bernardus Tijssen (Actief sinds: 02-03-2015)
Informatie bij het gedicht
Schrijver: Willem B. Tijssen
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Kinderen van een mindere God.’ van Willem Bernardus Tijssen zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.